De Dalmatische hond is een leuke actieve hond die eigenlijk binnen iedere gezinssituatie past. Het is een hond die een behoorlijke beweging nodig heeft en dus geen genoegen neemt met drie keer per dag een blokje om. Minstens drie keer per dag een lange wandeling van tenminste een half uur hebben ze toch echt wel nodig. Lopen naast de fiets, zwemmen, spelen en los rennen door de bossen doen hem erg goed. Op deze manier kan de hond zijn energie kwijt en is het ook in huis een fantastische hond. Bovenal is het een hond die erg op de mens gericht is, en ook niet zonder die huiselijkheid kan. Het is dus geen hond die men in een kennel kan houden.
Ook voor kleine kinderen is de Dalmatische hond erg lief, al kunnen ze erg onstuimig zijn in het gezelschap van kleine kinderen. Met honden en andere huisdieren hebben ze normaal gesproken geen problemen. Afhankelijk van het individuele karakter van de hond treedt hij waaks of eerder wat laconiek op bij vreemd bezoek. Tevens is deze hond geen moeilijke leerling. Als u hem uitbundig beloont wanneer hij iets goed heeft gedaan, zal hij al snel begrijpen wat u bedoelt. De dalmatiër kan zich Oost-Indisch doof houden als u hem iets beveelt waar hij geen zin in heeft. Houd in een dergelijk geval voet bij stuk en laat u niet vermurwen.
De aard van de dalmatiër is overwegend opgewekt, vriendelijk, aanhankelijk, groot aanpassingsvermogen, intelligent, waaks, nieuwsgierig, evenwichtig en sociaal. Als u met uw hond gaat trainen, zorg dan dat u de oefeningen veel afwisselt en de hond uitbundig beloont met b.v. een brokje. De dalmaat is intelligent genoeg om na twee keer de oefening te snappen en gaat zich dan snel vervelen als de oefening steeds herhaald wordt.
De vacht van een dalmaat is kortharig met stekelige witte haartjes die overal in blijven steken. Het is niet zo dat een dalmatiër meer verhaart als een ander ras, maar die witte haartjes vallen gewoon meer op. Als u uw hond wekelijks een goede borstelbeurt geeft, dan zal u in huis minder last hebben van die witte haartjes. Zeker in het voor- najaar is het aan te bevelen om de hond minimaal een keer in de week te borstelen.
Dalmatiërs worden wit geboren en krijgen na ongeveer 14 dagen hun vlekjes. Het is bijzonder moeilijk om goede tentoonstellingshonden te fokken, omdat het toch iedere keer een verassing hoe de hond er uiteindelijk uit komt te zien. Het mooiste is het als de vlekjes goed over het lichaam verdeeld zijn en niet in elkaar overlopen. Bij een leverkleur mag de bevlekking iets drukker zijn, omdat over het algemeen de vlekken van een leverkleur iets kleiner zijn dan een zwarte dalmatiër.
Bij Dalmatiërs komt sporadisch een aangeboren doofheid voor. Het wordt aangeraden om dove pups zo vroeg mogelijk te laten euthanaseren. Een dove hond leert moeilijker en zal niet snel makkelijk uitgroeien tot een sociale huishond.
Tevens hebben we te maken met een eenzijdige doofheid. Dit houdt in dat er ook puppy’s worden geboren die aan één kant doof zijn en aan één kant horen. De meeste mensen schrikken hiervan en denken dat er met een dergelijk hond niet te leven valt. Het tegendeel is waar, je merkt aan deze honden niets. Ze horen eigenlijk net zo goed als honden die wel aan twee kanten horen, en ontwikkelen die ene kant waar ze wel mee horen meestal heel erg goed. Er wordt te vaak vergeten dat eenzijdig horende honden met dat ene oor nog steeds misschien wel tien keer beter horen dan mensen. Deze hondjes krijgen ook gewoon een stamboom en mogen ook gewoon naar hondententoonstellingen. Ze zijn alleen niet geschikt voor de fokkerij.
Pas sinds 1995 kunnen we hier in Nederland de puppy’s testen op doofheid. Ook sinds die tijd weten we dus, welke honden aan één kant horen. Voor die tijd was het nog helemaal niet bekend en niemand wist van zijn hond of hij nu wel of niet aan twee kanten kon horen. Het is dus belangrijk dat u uw hondje bij een betrouwbare fokker koopt, die zijn nest ook heeft laten testen op doofheid. Daarmee voorkomt u dat u niet per ongeluk een doof hondje koopt. Dalmatiërs zijn over het algemeen ook sterke honden, die weinig of geen erfelijke ziektes kennen. Heupdysplasie (HD) komt niet of nauwelijks voor.